Al naargelang het hagel stort of rozen
of katten of honden of neerregenende vissen
of haaien of spinnen of hele fijne regen
of donder en bliksem of wegwaaiende huizen –
al naargelang ik door het donker heen kan kijken
uit bevroren ramen met vastgeroeste sloten
al naargelang thermometers en mensen en winden huilen –
loop ik mijn huis uit op een morgen naar nieuwe onbekende plekken
met of zonder paraplu.